Dwangneurose of een obsessieve compulsieve stoornis (OCD) is een veel voorkomende langdurige psychische aandoening die obsessieve gedachten en dwangmatig gedrag veroorzaakt.
Zodra je arts je specifieke behoeften heeft vastgesteld, kan hij of zij het product voorschrijven dat het best bij je behoeften en toestand past.
Lees meer over de symptomen, de behandeling en het omgaan met de aandoening.
OCD is een psychische aandoening die zowel de gedachten als het gedrag kan beïnvloeden. Hoewel het zich in de kindertijd kan ontwikkelen, ontstaat het meestal in het vroege volwassen leven.
Mensen met OCD ervaren obsessieve en ongewenste gedachten, beelden of impulsen. Ze proberen deze gedachten vaak te verwerken of te neutraliseren door dwangmatig en repetitief gedrag. Dit kan leiden tot een cyclus van herhaalde, ongecontroleerde en ongewenste gedachten en gedragingen die een aanzienlijke invloed kunnen hebben op hun dagelijkse leven. Iemand met een obsessieve angst voor inbrekers kan bijvoorbeeld herhaaldelijk en overdreven de sloten van deuren en ramen controleren.
Veel mensen zullen op een bepaald moment gelijkaardige verontrustende en ongewenste gedachten en de drang tot herhaaldelijk gedrag ervaren, maar dit kan van korte duur zijn en betekent niet dat ze OCD hebben. Bij OCD blijven de verontrustende gedachten en het repetitieve gedrag duren. Mensen met OCD zullen blijven worstelen met hun obsessieve gedachten, zelfs als ze weten dat de ideeën die ze reflecteren niet op de werkelijkheid gebaseerd zijn.
De dwangmatige gedragingen die mensen gebruiken als reactie op hun obsessieve gedachten kunnen de angst tijdelijk verlichten, maar de obsessie en de angst keren snel terug, waardoor de cyclus opnieuw begint.
OCD is één aandoening, maar mensen kunnen het op verschillende manieren ervaren. De meeste mensen met OCD hebben last van zowel obsessieve gedachten als dwanghandelingen, maar het kan zijn dat alleen het ene wordt ervaren, zonder het andere. Bovendien zullen de soorten obsessieve gedachten en dwangmatige gedragingen per persoon verschillen; sommige mensen richten zich bijvoorbeeld op netheid, terwijl anderen hamsteren als symptoom kunnen ontwikkelen.
Sommige deskundigen denken dat de OCD die in de kindertijd begint, verschilt van degene die zich bij volwassenen ontwikkelt. Een onderzoek naar tweelingen toonde aan dat genen een grotere rol spelen bij OCD die in de kindertijd begint dan bij OCD waarvan de symptomen op volwassen leeftijd ontstaan1.
In een onderzoek naar de prevalentie van OCD bij mensen van 20 jaar en ouder in 17 grote Europese landen wordt geschat dat er in 2019 6,4 miljoen gevallen waren en wordt voorspeld dat de 12-maandenprevalentie in 2029 zal variëren van 16 per 1.000 in Italië tot 17 per 1.000 in Noorwegen2.
Het wereldwijde percentage van OCD wordt geschat op 1,5% voor vrouwen en 1,0% voor mannen. Mannen worden vaker getroffen in de kindertijd, terwijl vrouwen een iets hogere prevalentie hebben op volwassen leeftijd3,4. De aandoening treft mensen van alle geslachten, etniciteiten en sociaal-economische achtergronden.
Mensen met OCD kunnen symptomen van obsessies, compulsies of beide hebben. De symptomen kunnen een negatieve invloed hebben op alle aspecten van hun leven, zoals werk, school, studie en persoonlijke relaties.
OCD kan ertoe leiden dat mensen herhaaldelijk ongewenste en verontrustende gedachten hebben, die bekendstaan als obsessies. Ze kunnen ook de drang voelen om bepaalde repetitieve gedragingen uit te voeren om op die gedachten te reageren en ze te neutraliseren; dit worden dwanghandelingen genoemd. Veel voorkomende symptomen zijn onder andere:
Hoewel sommige obsessieve gedachten beangstigend kunnen zijn voor mensen met OCD, betekent het hebben van deze gedachten allerminst dat ze ernaar zullen handelen.
Niet alle dwanghandelingen hebben een duidelijk of logisch verband met de obsessieve gedachte die ze moeten neutraliseren; het uitvoeren van het gedrag kan voor de betrokkene echter voor enige verlichting van die gedachte zorgen.
Sommige mensen met OCD kunnen ook een ticstoornis hebben. Deze kunnen bestaan uit plotselinge herhaaldelijke bewegingen zoals knipperen, grimassen trekken of schokken met het hoofd of de schouders, of vocalisaties zoals herhaaldelijk de keel schrapen, snuiven of grommen.
Symptomen van OCD kunnen komen en gaan, en kunnen in de loop der tijd verminderen of verergeren. Behandelingen helpen de meeste mensen met de aandoening om hun symptomen onder controle te houden en de impact op hun dagelijkse leven te verlichten.
Ouders of leerkrachten herkennen OCD-symptomen vaak bij kinderen, terwijl veel volwassenen steun zoeken wanneer ze zich ervan bewust zijn dat hun obsessieve gedachten en gedragingen niet op de werkelijkheid zijn gebaseerd en hun levenskwaliteit aantasten.
In de meest ernstige gevallen kan een constante herhaling van rituelen de dag vullen, waardoor een normale routine onmogelijk wordt.
Mensen met OCD vertonen meestal eerst milde symptomen van obsessies en compulsies, die in de loop der tijd kunnen verergeren. Vroege tekenen kunnen bestaan uit: repetitief gedrag en vaste manieren om dingen te doen, problemen met relaties, en hamsteren.
Vaak zullen ouders of leerkrachten de eerste tekenen bij kinderen opmerken, die vergelijkbaar zijn met die bij volwassenen, zoals een obsessie voor bacteriën, het zoeken naar geruststelling of het voortdurend controleren van dingen, en het zich zorgen maken dat er iets kan gebeuren.
De exacte oorzaken van OCD zijn onbekend, maar risicofactoren zouden de genen, de samenstelling van de hersenen en de omgeving in algemene zin zijn.
Er zijn een aantal mogelijke oorzaken voor OCD. Mensen kunnen het ontwikkelen als gevolg van hun genen; wie ouders of broers of zussen heeft met OCD loopt een hoger risico om het zelf te ontwikkelen.
Er zou ook een verband kunnen bestaan tussen OCD-symptomen en afwijkingen in bepaalde hersengebieden, maar dat verband is niet duidelijk, en dit wordt verder onderzocht. Sommige mensen met OCD hebben gebieden met ongewoon hoge activiteit in hun hersenen, of lage niveaus van de chemische stof serotonine.
OCD komt vaker voor bij mensen die gepest, mishandeld of verwaarloosd zijn, en kan worden uitgelokt door een belangrijke levensgebeurtenis, zoals moeder of vader worden of een sterfgeval. Het kan zich ook eerder ontwikkelen bij mensen die zeer methodisch zijn met hoge persoonlijke normen, of bij mensen die over het algemeen angstig zijn met een zeer sterk gevoel van verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen.
In sommige gevallen kunnen kinderen OCD-symptomen ontwikkelen na een infectie met streptokokkenbacteriën – dit staat bekend als “pediatrische auto-immuunneuropsychiatrische stoornis geassocieerd met streptokokkeninfecties” (PANDAS). PANDAS treedt zeer plotseling op, met symptomen die schijnbaar van de ene dag op de andere verschijnen, en heeft een zeer ernstige impact op het leven van het kind.
Genen spelen waarschijnlijk een rol bij mensen die OCD ontwikkelen, wat betekent dat het in families voorkomt. De oorzaken van OCD zijn echter niet duidelijk, en ook andere factoren zoals levenservaringen kunnen een rol spelen.
OCD kan voorkomen bij mannen, vrouwen en kinderen. Sommige mensen krijgen al vroeg symptomen – vaak rond de puberteit – maar de aandoening begint meestal in de vroege volwassenheid.
Vrouwen kunnen soms OCD ontwikkelen tijdens de zwangerschap of na de geboorte van hun baby. In dit geval zullen de obsessies meestal te maken hebben met zorgen over het pijn doen van de baby, met dwanghandelingen zoals het herhaaldelijk controleren of de baby nog ademt.
OCD is niet levensbedreigend. De impact ervan kan in de loop der tijd variëren naarmate de ernst van de symptomen varieert. De obsessieve gedachten en dwangmatige gedragingen kunnen op verschillende momenten op natuurlijke wijze verminderen of toenemen. Behandelingen en copingmechanismen kunnen mensen met OCD helpen om de gevolgen van de symptomen onder controle te houden en de algemene levenskwaliteit op langere termijn te verbeteren.
De meeste mensen krijgen de diagnose rond hun 19e, waarbij de symptomen bij jongens eerder optreden dan bij meisjes. Maar ook na de leeftijd van 35 jaar kan de ziekte optreden.5
OCD moet worden vastgesteld door een ervaren professional in de mentale gezondheidszorg. Over het algemeen zal hij of zij met de patiënt praten over zijn of haar obsessies en compulsies, hoe vaak ze voorkomen, en de invloed die ze hebben op de dagelijkse activiteiten en zijn of haar algemene levenskwaliteit en -plezier.
Voor een diagnose moeten de symptomen doorgaans een uur of langer per dag aanwezig zijn en een langdurige invloed hebben op het leven en de activiteiten van de patiënt.
Er kunnen beoordelingsschalen worden gebruikt om de ernst van OCD te meten. Er kan daarbij gebruik worden gemaakt van de National Institute of Mental Health–Global Obsessive Compulsive Scale (NIMH-GOCS) om de algemene ernst van OCS te meten op een schaal van 1 (minimale symptomen) tot 15 (zeer ernstig), terwijl de Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale wordt gebruikt om de ernst van de symptomen van OCS te meten, zonder beïnvloed te worden door het soort obsessies of dwanghandelingen. Deze schaal wordt door artsen gebruikt om symptomen te beoordelen van niet-bestaand tot extreem, met aparte subtotalen voor de ernst van obsessies en dwanghandelingen5.
Zorgverleners moeten ook andere mogelijke psychische aandoeningen uitsluiten die de symptomen kunnen veroorzaken, en rekening houden met eventuele andere aandoeningen van de patiënt (bijvoorbeeld depressie, angst of een eetstoornis), zodat de juiste behandeling wordt aangeboden.
Er bestaan geen fysieke testen waarmee de diagnose van OCD kan worden gesteld. De diagnose wordt gesteld door overleg met een ervaren professional in de mentale gezondheidszorg, die de gedachten en gedragingen van de patiënt en de invloed ervan op het dagelijkse leven kan beoordelen.
OCD kan verontrustend zijn voor de betrokkene en de omgeving; behandeling kan echter helpen om de symptomen onder controle te houden. Dit kan zowel het dagelijkse leven verbeteren als de getroffenen helpen om te genieten van relaties en betere sociale contacten en vrije tijd.
OCD wordt meestal behandeld met psychologische therapie, medicatie of een combinatie van beide. Hoewel de meeste patiënten met OCD op de behandeling reageren, blijven sommige mensen symptomen vertonen.
Soms hebben mensen met OCD ook andere psychische stoornissen, zoals angst, depressie of een stoornis in de lichaamsbeleving (ook wel morfodysfore stoornis of body dysmorphic disorder genoemd). Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer mogelijke behandelingen worden besproken.
Voor relatief lichte OCD wordt meestal een korte therapie aanbevolen. Mensen met gematigde symptomen kunnen een langere therapie en eventueel medicatie nodig hebben, en de meeste zullen op de behandeling reageren. Mensen met ernstigere OCD krijgen meestal zowel therapie als medicatie, en sommigen kunnen worden doorverwezen voor gespecialiseerde mentale gezondheidszorg.
De medicatie die gebruikt wordt om OCD te behandelen, is meestal in de vorm van anti-depressiva, bekend als selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's). Deze kunnen de symptomen helpen verminderen door het evenwicht van de chemische stoffen in de hersenen te wijzigen.
Bij sommige patiënten kan het enkele weken duren voordat de behandeling begint te werken, bij anderen zijn de effecten veel sneller merkbaar.
Mensen die een SSRI nemen, mogen daar alleen mee stoppen met de goedkeuring van hun arts, omdat sommige mensen bijwerkingen kunnen ondervinden als ze plotseling stoppen.
Er zijn verschillende SSRI's beschikbaar, en mensen die niet op de ene reageren, kunnen wel op een andere reageren. De arts helpt om de juiste medicatie te vinden voor elke patiënt.
Sommige mensen vinden SSRI's helemaal niet doeltreffend, waardoor in plaats daarvan specifieke tricyclische antidepressiva (TCA), die ook de heropname van serotonine remmen, kunnen worden voorgeschreven.
Therapie voor OCD omvat vaak een vorm van cognitieve gedragstherapie (CGT) met exposure en responspreventie (ERP).
Dit houdt in dat de therapeut met de patiënt samenwerkt om de verschillende elementen van de symptomen - gedachten, gevoelens en gedragingen - te identificeren.
Tijdens de sessies worden patiënten aangemoedigd om hun angsten en obsessieve gedachten onder ogen te zien, zonder hun gebruikelijke neutraliserende dwangmatige gedragingen te vertonen. Dit staat bekend als responspreventie. Het helpt patiënten om hun gedachten en obsessies te confronteren op een manier die de angst die ze als reactie daarop voelen, vermindert, en ze leren dat hun angsten niet geworteld zijn in de werkelijkheid.
De therapeut werkt met de patiënten in de loop der tijd, te beginnen met de obsessies die de minste angst veroorzaken en op te werken naar de obsessies die de meeste onrust veroorzaken.
Ook kunnen neuromodulatietechnieken, waarbij een chemische of elektrische stimulans wordt gebruikt om de zenuwactiviteit te veranderen, worden toegepast. Deze technieken omvatten: transcraniële gelijkstroomstimulatie (tDCS), waarbij een zwakke elektrische stroom wordt aangebracht op de hoofdhuid; repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS), een niet-invasieve techniek waarbij elektrische stroompjes worden gebruikt om neuronale activiteit te moduleren; en diepe hersenstimulatie (DBS), waarbij chirurgisch een elektrode wordt geïmplanteerd om neurale circuits te activeren. Neuromodulatietechnieken zijn tot nog toe vooral in een onderzoekscontext gebruikt voor OCD, maar rTMS is nu goedgekeurd in de VS6.
Mensen met OCD moeten normaal, gezond en evenwichtig eten en ervoor zorgen dat ze regelmatig eten zodat hun bloedsuikerspiegel niet daalt, want dat kan een slecht humeur veroorzaken. Goede voedingsmiddelen om in het dieet op te nemen zijn noten en zaden, eiwitten zoals eieren, bonen en vlees, en complexe koolhydraten zoals volkorengranen, groenten en fruit. Cafeïne moet worden beperkt.
Het volgen van een gezonde levensstijl kan mensen met OCD helpen. Lichaamsbeweging is goed voor de algemene fysieke en mentale gezondheid, en wordt vaak aanbevolen als een van de belangrijkste behandelingen van een lichte depressie. Regelmatige lichaamsbeweging helpt het gevoel van eigenwaarde te vergroten en bevordert een positieve stemming.
Beweging hoeft geen onderdeel te zijn van een georganiseerde activiteit; het kan zo eenvoudig zijn als gewoon regelmatig actief blijven door te gaan wandelen tijdens de lunch of na het werk, of een gezellig partijtje voetbal spelen in het park.
De door OCD veroorzaakte angst kan ook worden verminderd door ontspanningstechnieken zoals meditatie, yoga en massage.
Hoewel OCD niet kan worden voorkomen, kunnen de symptomen ervan worden verminderd door middel van therapie en medicatie. Vroegtijdige opsporing en behandeling kunnen ook voorkomen dat milde OCD verergert tot een meer ernstigere vorm.
Er wordt onderzoek gedaan naar de doeltreffendheid van farmacologische interventies bij OCD. Uit een onderzoek naar de behandeling met geneesmiddelen uit 2019 blijkt dat langdurige toediening van SSRI’s het meest doeltreffend is en dat een combinatie met cognitieve gedragstherapie (CGT) of exposure en responspreventie (ERP) de beste resultaten oplevert7.
Er zijn andere onderzoeken gaande naar medicatie en andere nieuwe behandelingsmethoden die kunnen worden gebruikt voor patiënten die niet reageren op SSRI’s, waaronder combinatie- en add-on-behandelingen en diepe hersenstimulatie. Sommige onderzoeken tonen aan dat een specifiek soort operatie, bekend als anterieure capsulotomie, ook doeltreffend kan zijn8,9.
CZS
Neuraxpharm
Contacteer ons
Word lid van onze mailinglijst
Ontvang de laatste updates van de Neuraxpharm blog.
Om toegang te krijgen tot deze informatie moet u inloggen met uw gebruikersnaam.
Geen account? Registreren